Afgelopen 13 december hielden we al weer onze laatste Soosavond van dit jaar, welke weer zoals vanouds in het teken van Kerst stond. De maaltijd stond al klaar, maar er moest nog het een en ander aan voorbereidingen getroffen worden. Peter, onze man met Horeca ervaring, bekommerde zich hierover en het zou allemaal goed komen. En langzaam druppelde “het Drupje” van Softbal vereniging Schoten vol met leden. Na alle begroetingen en het verwelkomen van een aantal nieuwe gezichten, hield ik het kerstverhaal, beginnende met wat mededelingen. Het was me weer gelukt om een kerstverhaal op te zoeken, die tevens ook voor gesprekstof zou leiden. Hieronder het kerstverhaal:

Kerstverhaal 2019 – Wapenbroeders

We zijn hier nu tezamen en gaan straks samen beginnen aan onze jaarlijkse ‘Indische Kersthap’. Dit keer is het ietsje anders dan gebruikelijk, want we hebben deze keer gekozen voor een echte Indische maaltijd. Anders dan u van ons gewend bent en ik zal u straks vertellen waarom.

Gisteren werd op de televisie de 4e en tevens de laatste uitzending van de documentaire reeks ‘Onze Jongens op Java’ van Coen Verbraak uitgezonden. Hierin vertelden veertien Indië-veteranen verrassend eerlijk hun verhaal over de oorlog waarin zij als jonge knapen van nog geen twintig terechtkwamen.

Deze veteranen die meer dan zeventig jaar geleden werden uitgezonden naar Nederlands-Indië, zwegen vaak een leven lang over wat ze hadden meegemaakt. Kijkers zijn onder de indruk van deze heftige verhalen, maar denken vooral ook aan de vaders en opa’s die hun ervaringen wel voor zich hielden. Het bleek een gruwelijke oorlog, waar veel veteranen nooit over wilden praten. Voor vertrek hadden ze geen idee waar ze naartoe gingen of waaraan ze begonnen. “Voordat ik in dienst ging was ik nog nooit de provincie uit geweest”, vertelt veteraan Jan Bruijn. De jonge militairen – sommigen waren nog geen achttien – waren nauwelijks voorbereid. Toch zat de sfeer er in het begin goed in. “Je wist niet wat ging komen. Je wist niet wat gevaar was.”

Hinderlagen en beschietingen

Tussen 1945 en 1950 stuurt Nederland meer dan honderdduizend Nederlandse jongemannen overzee om Indië te behouden. Ze moeten er dag en nacht patrouilleren in een vreemde omgeving. Hinderlagen en beschietingen zijn aan de orde van de dag; de vijand is meestal onzichtbaar. Vooral op de buitenposten zijn de soldaten op elkaar aangewezen. Tijdens hun verlofdagen storten ze zich in het uitgaansleven. Naarmate de strijd langer duurt, neemt het moreel af. Door de guerrillaoorlog raken de soldaten gehard. Van mededogen met Indonesische militairen en burgers is vaak geen sprake meer.

Moeilijke terugkeer 

Deze 4e en laatste aflevering van deze serie ging over het einde van de oorlog in Indië, de overdracht met Indonesië en de terugkeer naar Nederland. Na terugkomst in Nederland, vaak na meer dan drie jaar, kunnen veel veteranen moeilijk aarden in de burgermaatschappij. Voor hun verhalen is weinig aandacht. En zelfs de Nederlandse regering laat deze veteranen vallen, ze vragen zich af waarom?

De serie heeft veel losgemaakt bij kinderen en familieleden van Indië-veteranen maar ook bij andere kijkers. Op Twitter en Facebook wordt van een prachtige en leerzame serie gesproken. Enkele reacties zoals: “Wat een verhalen, wat een geschiedenis, ook mijn vader was er als dienstplichtig soldaat. Heb er geen woord over gehoord”. Een andere dochter reageerde hierop: “Ook ik heb een vader (nu 94 jaar) die als dienstplichtig soldaat naar Indië is geweest. Hoor nu nog steeds de verhalen over hoe het daar was. Maar hoe het echt was, daar werd niet over gesproken”.

Op Facebook schreef Rina Peters Ederveen het volgende gedicht:

De Indië-veteranen (mijn vader) en hun dienstplicht.
Stonden in deze documentaire voor het voetlicht.
Het blijft een moeilijk verleden.
En veel veteranen zoals mijn vader zijn overleden.
Nooit over Indië kunnen vertellen.
Je kunt het je echt niet voorstellen.
Om hier aandacht aan te geven.
Zal het Indië verhaal voortleven.
In Roermond staat een monument met 6000 namen.
Van alle kameraden die in deze oorlog omkwamen.
In deze documentaire zie je nog altijd de impact.
Zij werden geroepen en verdienen diep respect.

Het blijkt dat het toch belangrijk is dat het echte verhaal van Indië verteld wordt, zeker voor de familieleden van de Indië-veteraan. Mede hierdoor ontstaat er meer begrip voor wat een Indië-veteraan allemaal heeft moeten doorstaan.

Dus, mede door deze serie is het Indië verhaal heel actueel en daarom wil ik nu met u op deze Kerstbijeenkomst van de Wapenbroeders Kennemerland even stilstaan bij wat grepen uit een dagboek rond Kerstmis 1949. 

Kerstmis 1949

Nadat we Toeren hadden overgegeven aan de T.N.I. waren we gelegerd in Malang. Gelukkig was de 1e compagnie bijeengebleven en zelfs versterkt met een peloton van de 3e compagnie. Daardoor bleef het verband van 4-5 R.I. toch nog een beetje gehandhaafd. We werden nu belast met de bewaking van de gevangenis, die gelegen was tussen Blimbing en Malang. 

Op donderdag 15 december 1949, tref ik voorbereidingen om deze keer echt eens Kerstmis te vieren met de gehele compagnie bij elkaar. Allemaal zitten we te piekeren hoe het zal worden als de T.N.I. op 27 december de macht over zal nemen en dit maakt, dat onze jongens in een gedeprimeerde stemming raken. Ik ga met enkele onderofficieren naar Soerabaja om nog wat inkopen te doen in de militaire winkel, maar er is niet veel meer te krijgen. De onderofficieren krijgen helemaal niets meer. Op de terugweg gaan we nog even aan bij onze overste Both in Taloengan. Hij zit moederziel alleen in een rothuis, zonder meubilair. Hij kan ons ook nog niets vertellen over thuisvaren. Van de hoofdadministrateur van de H.V.A.-onderneming in Toeren, waar we elf maanden hebben gezeten, krijgen we voor eenieder een scheurkalender met een plaatje van Malang erop. Dit is wel het ergste wat hij ons aan kan doen! We moeten er wel smakelijk om lachen, maar het is droevig in één woord. Ik breng ze allemaal terug en zet ze bij de voordeur neer. Misschien begrijpt hij het dan. 

Ondertussen schrijf ik brieven naar de ouders van de jongens. Dat is natuurlijk een groot karwei, maar een persoonlijk geschreven brief met de beste wensen voor 1950 en het vooruitzicht dat we weer gauw thuiskomen, zal wel in de smaak vallen. Maar het zijn wel zo’n 120 brieven. Met de voorbereiding voor Kerstmis ben ik klaar. Het zal een groot Kerstdiner worden en het kader zal de jongens bedienen. Voor de gevangeniswacht kan ik geen vervangers krijgen, dus is de compagnie niet in z’n geheel bij elkaar. Dat is jammer. Het bestek heb ik al geregeld. Op 21 december doen de wildste geruchten de ronde over thuisvaren en dat 4-5 R.I. weer bij elkaar gevoegd zal worden. Ik hoop, dat het spoedig gebeuren mag, want voor ons is het nu toch afgelopen. 

Op 22 december ga ik even naar onze overste Both en verzoek hem, of hij voor mij belet wil aanvragen bij de generaal ten behoeve van de demobilisatie van 4-5 R.I. De overste wil dit wel doen en nu maar afwachten wanneer we iets zullen horen en wat dat zal zijn. Tegelijkertijd vraag ik overste Both op ons Kerstdiner aanwezig te willen zijn. Op 23 december heb ik alles rond voor het Kerstdiner en de toespraken. De band van het Irene-bataljon zal ons diner muzikaal omlijsten, de dominee zal het Kerstverhaal vertellen en eten en drinken zijn in ruime mate voorhanden. 

Vierentwintig december 1949. Eén dag voor Kerstmis. De stemming in de troep is totaal down. Of het Kerstfeest iets zal worden? Ik ga er nu zelf aan twijfelen. De jongens piekeren overal over. De toestand maakt hen ook nerveus, want hoe zal het zijn na de 27ste december? Ik besluit de jongens vanavond toe te spreken, want ze hebben nergens zin in. Aardappels schillen voor het Kerstdiner, het interesseert hun niet. Om 17.00 uur is de hele zaak bij elkaar. Ik zeg hen, dat ik bij onze overste Both ben geweest en belet heb gevraagd bij de generaal. Dan de verhouding Irene – 4-5 R.I. Ze hebben zich nooit aangetrokken gevoeld tot “Irene”, maar daar kan niemand iets aan doen. Ik wijs hen erop, dat we toch allen dankbaar mogen zijn dat wij het Kerstfeest kunnen vieren. Allerlei dingen haal ik aan en ze zijn zichtbaar tevreden. Deze por hadden ze nodig! 

Zondag 25 december. Ik zie, dat de jongens met z’n allen bezig zijn de zaal te versieren. Er heerst een vrolijke stemming. Een versterker maakt ontzettend veel lawaai, maar alles komt keurig voor elkaar. Prachtig versierd, een podium met kaarsen en langs de wanden slingers en kaarsen. De hele morgen en middag wordt er door allen hard gewerkt. Zo nu en dan laat ik mijn kop zien en ben zelf ook echt tevreden. De tafels zijn ook versierd met bloemen. Ik haal zelf veel bloemen om het nog fleuriger te doen lijken. De koks doen hun uiterste best en er zijn veel dranken. Ik heb een schema opgesteld hoe alles zal moeten gaan. De gevangeniswacht heb ik gehalveerd. Uit West-Indië hebben we de man 5 stuks “Camel”-sigaretten gekregen. Dat is toch prachtig! Zelf gooi ik er nog 28 tinnetjes Engelse sigaretten tegenaan en zo’n duizend gulden. Alles is tot in de puntjes geregeld. Er ontbreekt niets meer aan. Om 18.00 uur ga ik alvast vooruit. De overste Boersma van “Irene” en majoor De Pauw, kapitein Van der Leest en luitenant Cornelissen zijn al aangekomen, evenals de pater en de dominee. De band moet nog komen. Er heerst een goede stemming en dat is het voornaamste. Allen zijn in ’t nette pak gekleed. Om 18.30 uur gaan we aan tafel zitten. We hebben eerst een borreluurtje. Dan open ik de avond met een toespraak en heet allen heel hartelijk welkom, vooral overste Boersma en onze overste Both. Ik wijs op het Kerstgebeuren van zo vele jaren geleden en wens eenieder een gezellige avond. Overste Boersma sluit meteen aan en houdt een heel leuke rede, waarbij hij een dronk uitbrengt op 1-4-5 R.I., welke toast zeer op prijs wordt gesteld. De band begint te spelen en eenieder is in een zeer vrolijke stemming. Er wordt veel gedronken en het kader heeft er plezier in om te bedienen. 

Na het diner houdt de dominee zijn Kerstverhaal. De grote lampen gaan uit en de kaarsen worden ontstoken. Dat geeft een echte Kerststemming. Het is muisstil als de sergeanten Van Gils en Van der Einden een muzikale omlijsting geven en ook tijdens het Kerstverhaal is het één en al aandacht. Het is eigenaardig, dat deze keiharde jongens zich zo kunnen inleven in de sfeer van Kerstmis. Gisteren had ieder nog een ‘hele grote pestbui. Allemaal zijn ze nu verrukt over dit gebeuren. Om half tien is de drank op en de stemming is op z’n hoogtepunt. Dan bedank ik ieder en sluit de avond. 

Op 2e Kerstdag bezoek ik de zieken in het Soekon-hospitaal. Van der Meer heeft bloedvergiftiging en Tjitse Steensma hoopt gauw ontslagen te worden. Een Menadonees soldaat Wiiner en Ambonees soldaat Aipassa zijn gedeserteerd. Ze hebben twee stens meegenomen. 

Bron: Reünieblad “Tussentijds”
Schrijver: J.K.

Dit verhaal schetst een beeld van de laatste Kerst in Indië, de verslagenheid onder de militairen. Maar het toont dat de kameraadschap hoog is. Laten we die kameraadschap ook hoog in het vaandel houden binnen de Wapenbroeders. En laat ons ook luisteren naar de verhalen van die Indië-veteranen die nog onder ons zijn. Dit is de reden waarom we deze keer gekozen hebben voor een echte Indische maaltijd om zo deze veteranen in ere te houden.

Laten we dan ook van dit moment gebruik maken om hen die niet meer onder ons zijn te gedenken. Mag ik u hierbij vragen om even te gaan staan en om na dit volgende gedicht 1 minuut stilte in acht te nemen. Om daarna samen deze Indische Kersthap te nuttigen. En elkaar te blijven respecteren en naar elkaars verhalen luisteren.

Afscheid van een veteraan

Hé soldaat, waar ben je nu gebleven?
Vorig jaar stond je al vroeg paraat
We hoefden niet te wachten en dat doen we nu al even
En ’t is nu al uren na de dageraad
Je grijze broek en blauwe blazer keurig geperst,
Je schoenen glimmend strak gepoetst
Niemand die je vertellen hoefde hoe dat moest
Je had het duizend keer gedaan en wist het zelf het best.

Vorig jaar, was je als eerste man present
Het embleem op je baret blonk in de zon
De lintjes op je borst in felle kleuren
Links uit de flank, zoals je dat vroeger altijd kon.
De echte strijd is dan wel lang geleden
Maar een soldaat blijft toch altijd soldaat
Je hebt in duizend nachten telkens weer je strijd gestreden
En dat is zoals het bij velen van ons gaat.

’s Nachts kwamen soms de beelden weer terug
Van angstige avonturen in de tropen
Van onbestendige gevechten in de jungle
En dagenlang patrouille lopen
Vaak zag je dan de gezichten van je maten
Hoorde je de stemmen van weleer
Waren het kameraden, zijn ze teruggekomen?
Of was het je verbeelding toch maar weer?

Nooit heb je er veel over gesproken
Met weinigen heb je erover gepraat
Op dagen zoals deze, dan wou je wel eens komen
Dat je je toch een klein beetje liet gaan
Trots marcheerde je ieder jaar aan ’t hoofd van je KNIL-peloton
Het defilé op Veteranendag
De Lange Voorhout en de Kneuterdijk
In eerbied voor de vlag en voor de Koning
Een dag waarop je ook je maten weer eens zag

Je epauletten en Wings tonen een avontuurlijk leven
Missie in Nederlands-Indië, Korea, Nieuw-Guinea, Libanon,
En in dat laatste land daar was je zelfs al veteraan
Noemde men je kozend ‘Uncle Tom’
De wonden van de oorlog zijn genezen
De tijd heeft haar langdurig werk gedaan
Maar door alles wat de media vaak geschreven
Vroeg je je wel eens af, ik heb het toch wel goed gedaan?

Ik begrijp het al, het was vorig jaar de laatste keer
Een lege plek nu in ons midden
De laatste tonen van The Last Post zijn nu uitgeblust
Onze Wapenbroeder komt niet meer
Hij is voor eeuwig afgezwaaid en heeft voor altijd rust.

1 Minuut stilte

Na de 1 minuut stilte werd het buffet geopend. Het was dit keer ook een echte Indische Maaltijd. Aanvankelijk vroegen we ons af of het allemaal wel voldoende zou zijn voor de 23 man/vrouw die aanwezig waren, maar het bleek ruimschoots voldoende. En het was zo lekker dat ook alles op ging. Het werd weer een gezellige avond met heel veel gesprekken.

Een kleine impressie van deze avond. Foto’s zijn gemaakt door Bram.

Ik wil langs deze weg Peter bedanken voor zijn inzet voor de club, we hebben er toch maar mooi weer een paar leden bij, maar zeker ook de twee dames achter de bar, bedankt. Volgend jaar graag weer.

Gelukkig nieuwjaar

Rest mij alleen nog iedereen de beste wensen voor het nieuwe jaar toe te wensen en dat 2020 een nog beter Wapenbroederjaar mag worden voor de afdeling.